Opening en verslag
Voorzitter opent de vergadering. Vanwege vroegtijdig vertrek van enkele deelnemers wordt het agendapunt PAWOZ Eemshaven eerst behandeld.
Presentatie conceptprogramma PAWOZ Eemshaven.
Deze presentatie is op 4 maart jl. reeds in de NZO werkgroep Energie en Infrastructuur aan de orde geweest.
Het Programma Aansluiting Wind Op Zee – Eemshaven (PAWOZ-Eemshaven) onderzoekt hoe de opgewekte energie in de Noordzee het beste aan land kan worden gebracht naar de Eemshaven. Het gaat daarbij om de windparken Doordewind 1 en 2 (4 GW) en windpark Ten Noorden van de Waddeneilanden (0,7 GW). Om in de Eemshaven aan te komen, moeten de kabels van de windparken door de Noordzee, de Waddenzee en over het vasteland.
Het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) verzorgt de presentatie. Er zijn verschillende tracés zowel in de Noordzee als in de Waddenzee onderzocht. Bij elk tracé zijn de effecten op meerdere thema’s onderzocht, zoals op bodem en water en veiligheid.
De onderzoeksrapporten liggen ter inzage (tot en met donderdag 10 april). Na bestuurlijke overleggen zal de minister van KGG de PAWOZ-Eemshaven vaststellen. Dit zal in de zomer van 2025 gebeuren.
Vragen worden gesteld door de Energiesector over de risico’s van de tunnels omdat er voor complexere oplossingen wordt gekozen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) stelt vragen over de onderhoudskosten op langere termijn vanwege de zeespiegelstijging vanwege dat er in het beoogde tracé weinig zandvoorraad is. De Energiesector vraagt naar de wijze waarop de stakeholders zijn betrokken. Verder worden er vragen gesteld over het beleid qua ankeren over het effect van de stroomkabels op de fauna (door de Visserij) en over de toekomstvastheid van het voorkeurstracé (door NGO’s) gezien mogelijke cumulatieve effecten.
Het ministerie van KGG zegt toe om, gezien de beperkte tijd tijdens dit overleg, om op een aantal vragen nog schriftelijk terug te komen.
Noordzeeakkoord bepaling over beschermde gebieden (NZA hoofdstuk 4)
De voorzitter licht de stand van zaken toe. In het NZO van 29 januari is met het vastgestelde 7 stappenplan een nieuwe start gemaakt met het overleg, om het in NZA art. 4.38 afgesproken doel te realiseren. Overeenkomstig de eerste twee stappen zijn in februari gesprekken gevoerd met de sectoren. De uitkomst van de gesprekken is dat alle sectoren akkoord zijn met het uitvoeren van een factfinding onderzoek. Dit onderzoek zal zelf geen nieuwe data verzamelen maar alleen gebruik maken van bestaande data. Dit onderzoek zal tot doel hebben om de economische en natuurwaarden van bepaalde gebieden te bepalen. Het gaat dan om die gebieden die mogelijk in aanmerking komen om te worden gevrijwaard van bodemberoerende visserij.
Het voorstel van de Wetenschappelijke Klankbord Commissie (WKC) over het uitvoeren van het factfinding onderzoek wordt besproken. De Energiesector merkt op dat er geen nieuw onderzoek moet worden uitgevoerd maar uit moet worden gegaan van bestaande data. Er is voorzien in een begeleidingscommissie waarin behalve de voorzitter van de WKC één vertegenwoordiger van de sectoren zitting zal nemen. Afgesproken wordt dat het definitieve voorstel voor het factfinding onderzoek nog naar alle leden zal worden toegezonden.
Bespreking sectorakkoord gaswinning
Het sectorakkoord gaswinning is in de NZO werkgroep Energie en Infrastructuur van 4 maart toegelicht en besproken.
Het kabinet maakt met de energiesector afspraken over de gaswinning in Nederland en in de Noordzee. Doel is om te kunnen bijdragen aan een meer onafhankelijke positie van Nederland. Er is door KGG, begin maart 2025, een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over specifiek de gaswinning in de Noordzee.
KGG licht verder de aanleiding toe. Er liggen nog grotere voorraden in de Noordzee maar de verhouding onderhoud infrastructuur en gaswinning wordt negatiever. Er is weinig investeringsactiviteit wat kan leiden tot een scherpe daling van de productie. Knelpunten zijn o.a. fragmentatie producentenbelangen, investeringsrisico’s en het politiek en maatschappelijk draagvlak. De NGO’s vragen wat de verhouding van dit akkoord is tot het klimaatakkoord van Parijs, het NZA en hoe groot de afname van activiteiten is in Natura 2000-gebieden. Eveneens wordt besproken: de ontmanteling van installaties in natuurgebieden met het daarbij behouden van een natuurversterkende functies van installaties.
Het NZO wacht verdere berichtgeving en het maken van het akkoord af.
Werkgroepen
NZO wg Gebieds- en soortenbescherming
De werkgroep heeft voor het eerst in de nieuwe samenstelling op dinsdag 4 maart vergaderd. In de vergadering is besproken de organisatie van het eigen werk inclusief het jaarplan. Zo wordt voor het NZO inzichtelijk wat de werkzaamheden van de werkgroep zijn en op welke NZA artikelen zij bijdragen leveren. Binnenkort zal in de WG de visvrije zones rond sluizen aan de orde komen. Daarover zal het NZO geïnformeerd worden.
NZO wg Energie en Infrastructuur
De werkgroep kwam op 4 dinsdag maart bijeen. Het met de NZO stukken meegestuurde jaarplan moet gezien worden als een levende document. De Energiesector licht de Handreiking Afwegingskader Natuurvriendelijk Bouwen Noordzee toe. Alle nieuwe projecten worden volgens de 8 stappen uitgevoerd. De leden van de brancheorganisaties willen graag een nulmeting, zodat zichtbaar wordt wat het effect is van de natuurbeschermende en natuurversterkende maatregelen. Het gaat daarbij ook om onderhoud en ontmanteling. In het NZO wordt besproken wie heeft het mandaat, geld, om de catalogus van maatregelen bij te houden en de effecten van maatregelen te monitoren. Binnen MONS is hier budget voor gereserveerd.
NZO wg medegebruik
De werkgroep kwam op dinsdag 4 maart bijeen. Het project ecosystem-based Maritime Spatial Planning (eMSP) is gepresenteerd en besproken. Een presentatie en behandeling van eMSP in het NZO-plenair, zo mogelijk in samenhang met de bespreking van cumulatieve effecten (MONS), is voorzien voor april of juni.
Verder is in de werkgroep besproken de organisatie van het werk en de aanzet tot een werkprogramma 2025.
NZO wg Voedseltransitie
De werkgroep kwam op 6 maart bijeen. Daarin zijn de ondernemingsplannen van de kottervisserij en de aquacultuur besproken. De Visserijpartijen en de aquacultuurpartijen kijken welke inbreng van de andere sectoren kan worden meegenomen. De verwachting is dat de ondernemersplannen in het volgende NZO aan de orde kunnen komen. Ook is er in de werkgroep aandacht geweest voor de ‘Transitiefonds’ gelden bestemd voor de visserij. Verder is er aandacht geweest voor de verhoudingen tussen de werktafel voor de uitvoeringsagenda van de voedselvisie en het werk van de werkgroep
Wetenschappelijke Klankbord Commissie (WKC)
Het met de NZO stukken meegestuurde jaarplan WKC 2025 wordt door de voorzitter van de WKC toegelicht en besproken. De NZO leden zijn positief over de plannen waarbij nog de volgende opmerkingen worden gemaakt:
• Voor alle drie de voorgestelde adviezen vragen de NZO leden om een uitgewerkt plan.
• IenW vraagt om een strakkere planning zodat de wensen op behoeften van alle sectoren goed kunnen worden meegewogen. Een voorstel voor het jaarplan in November 2025 en het vaststellen in december 2025 maakt dat reacties beter verwerkt kunnen worden. Kan er ook verbinding worden gelegd met OSPAR, WOZEP, MONS onderzoek?
Er wordt kort nogmaals gesproken over de planning van het factfinding onderzoek.
Monitoring-Onderzoek-Natuurversterking-Soortbescherming (MONS)
IenW/Rijkswaterstaat licht het meegestuurde Dashboard en het aangepaste jaarplan 2025 toe. De opmerkingen gemaakt in het NZO van 18 december zijn verwerkt waarbij de relatie van de onderzoeken met het NZA zijn vermeld. Tevens is er een tabel beschikbaar met directe relaties tussen de MONS-onderzoeken, de afspraken uit het NZA en verschillende beleidstrajecten.
In de Programmacommissie MONS is besproken hoe ervoor gezorgd kan worden dat de resultaten in het NZO, de KRM en het programma Noordzee belanden. Er is een aantal acties afgesproken waaronder het schrijven van een narratief van MONS en het maken van infographics. Dit geldt ook voor tussenrapportages van onderzoeksresultaten.
De NZO leden vragen om beter (explicieter) de verbinding te leggen tussen MONS en WOZEP enerzijds en het NZO anderzijds en de vraagarticulatie met de werkgroepen te bespreken. Ook tussentijdse producten kunnen die verbinding maken. De programmaleider MONS zegt dat dit bespreekbaar is. De programmaleider MONS licht verder toe dat het programma weinig financiële/logistieke ruimte biedt voor nieuw onderzoek. Dat betekent dat als het NZO ander/nieuw onderzoek wil prioriteren, dat ten koste gaat van eerder geprogrammeerd onderzoek.
Communicatie
Geen aanvullingen bij het meegestuurde overzicht van nieuwsberichten. Mochten de NZO leden nieuwsberichten missen dan kunnen die altijd naar het OFL-secretariaat worden gestuurd.
Rondvraag en mededelingen (w.v.t.t.k.)
Mededelingen:• Het ministerie van Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) licht de situatie rond de Scholbox toe n.a.v. het WMR rapport en de joint recommendation die in de internationale procedure zit (Scheveningengroep d.d. 21 februari).
• Partiële Herziening Programma Noordzee (PH PNZ) 2022-2027: Het Rijk schetst de planning. Vanaf 12 mei tot 22 juni ligt het ontwerp ter inzage. Het plan MER wordt eveneens ter inzage gelegd en volgens het ESPOO verdrag wordt de PH PNZ ook aan de buurlanden aangeboden.
• Over de RED3 (Europese richtlijn die lidstaten verplicht om gebieden aan te wijzen voor de versnelde uitrol van hernieuwbare energie) ontvingen de NZO-leden op 21 februari een emailbericht. Het Rijk/KGG licht toe: de implementatieverplichting vanuit de EC moet voor februari 2026 gebeuren. Er moet 1 versnellingsgebied worden vastgesteld. De (niet-verplichte) internet consultatie is gestart en loopt tot 20 maart. Ook wordt onderzocht of de versnelling iets oplevert.
• De Scheepvaartsector geeft een korte schets van de gebeurtenissen rond de aanvaring in Britse wateren afgelopen maandag 10 maart. Daarbij ramde een vrachtschip een olietanker die voor anker lag op de Noordzee.
Sluiting