Zesde voortgangsrapportage voor de minister van Infrastructuur en Waterstaat

28-11-2023
426 keer bekeken

Op 26 november 2023 stuurde de minister van Infrastructuur en Waterstaat de zesde voortgangsrapportage van het Noordzeeoverleg aan de Tweede Kamer. Deze voortgangsrapportage gaat over de periode mei 2023 tot november 2023.

Leest u de onderstaande tekst liever in een PDF?Download de zesde voortgangsrapportage met begeleidende brief van Sybilla Dekker aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat.


Noordzeeoverleg (NZO): samenwerking, voortgang en resultaten Voortgangsrapportage 6 over de periode mei 2023 tot november 2023

In het Noordzeeoverleg (NZO) ligt in deze verslagperiode de nadruk op het borgen van de samenhang tussen de natuur-, de voedsel- en de energietransitie in onderling verband met de scheepvaart op de Noordzee. Het is de kern van het Noordzeeakkoord (NZA). De grote stappen voorwaarts die bij de energietransitie op zee worden gezet steken schril af tegen de ontwikkelingen bij de natuur- en de voedseltransitie. Voor het ecosysteem wordt in internationaal onderzoek een somber beeld geschetst en de visserijsector zit in het nauw. De saneringsregeling kottervloot is deze zomer afgerond en voor de beoogde verduurzaming zijn nog belangrijke stappen te zetten. Mede gezien de uitdagingen waarvoor de visserijsector en de visserijgemeenschappen zijn gesteld is in het NZO een sterk accent gelegd bij de voedseltransitie en op de samenwerking met LNV op de voedselvisie van de minister als basis voor die transitie. Voor de natuurtransitie zijn in het NZO afspraken gemaakt om de NZA-bepalingen voor de gebieden die gevrijwaard worden voor bodemberoerende visserij tijdig te kunnen implementeren.

De samenhang tussen de transities zoals omschreven in het NZA ondervindt in steeds meer landen gehoor. NZO partijen leveren hun bijdragen aan de bijeenkomsten tussen Noordwest-Europese staten in Nederland in november 2023 in het kader van het Greater North Sea Basin Initiative en de North Seas Energy Cooporation. Het NZO ziet uit naar de resultaten van deze internationale overleggen. Met de elkaar snel opvolgende ontwikkelingen neem ik waar dat bij NZO partijen de integrale benadering van opgaven onder druk staat. Het vraagt inspanning van mij en alle betrokken NZO partijen om in gezamenlijkheid de uitdagingen op de Noordzee aan te gaan.

Evaluatie Noordzeeakkoord

Voor het NZO is de gelijkwaardige samenwerking van overheidspartijen en stakeholders voor de Noordzee met de Kamerbehandeling van het NZA op 27 januari 2021 verankerd in het parlement. Overeenkomstig het NZA (blz. 8 en art. 3.9) en het OFL Advies afspraken governance NZO (art. 4.11, 4.12 en 5.4) vindt na drie jaar de tussentijdse evaluatie van het NZA “transitiefonds” plaats. Zoals vastgelegd is de tussentijdse evaluatie in de eerste plaats bedoeld om helder te maken of de middelen van het “transitiefonds” voldoende zijn om de doelen van het NZA te bereiken. De financiële middelen van het “transitiefonds” hebben betrekking op de middelen voor:

  • de uitvoering van het onderzoeksprogramma in NZA Bijlage 2 MONS;
  • de uitvoering van de visserijmaatregelen in de kottervisie;
  • de kosten van veilige doorvaart van windenergieparken en
  • het toezicht op de uitvoering van het NZA.

De evaluatie wordt voor het eind van het jaar afgerond. De uitkomsten van de evaluatie zullen bouwstenen vormen voor het bestendigen van de gelijkwaardige samenwerking van overheidspartijen en stakeholders.

De veranderingen op de Noordzee, zowel in het Nederlandse deel van de Noordzee als daarbuiten, volgen elkaar in razendsnel tempo op. De toenemende drukte op de Noordzee maakt vraagstukken van ruimtelijke schaarste indringender. Ook de geopolitieke ontwikkelingen hebben een dimensie aan de samenwerking toegevoegd. Het NZA is opgesteld voor het Nederlands deel van de Noordzee, met een tijdhorizon tot 2030 en vanuit de Nederlandse ambitie voor opschaling van 20 GW naar 40 GW windenergie na 2030. Met het NZA en met de gesprekken in het kader van de evaluatie zijn nieuwe afspraken nodig voor het bestendigen van de goede samenwerking naar de toekomst, gegeven de nieuwe Nederlandse ambitie voor windenergie op zee, met een tijdhorizon naar 2040 en 2050. Het gaat daarbij ook over de interconnectie van infrastructuurnetten en de samenwerking met de andere landen, betrokken bij de zeeën in het noordwestelijk deel van Europa.

Implementatie NZA

Implementatie van het NZA vindt voor een belangrijk deel plaats via het Programma Noordzee, integraal onderdeel van het Nationaal Waterprogramma. In het NZO is overleg geweest over het tot stand brengen van een partiële herziening van het Programma Noordzee 2022-2027. Met deze partiële herziening wil het Rijk vormgeven aan de kabinetsambitie voor windenergie op de Noordzee en aan de scheepvaartroutering. Tegelijkertijd is de partiele herziening een gelegenheid om specifieke bepalingen van het NZA te implementeren. Nadat eerder de contouren en de scope van deze partiële herziening in het NZO zijn besproken, is, in aanvulling op windenergie en veilige scheepvaartroutes, in deze verslagperiode aandacht gegeven aan de ecologische draagkracht van de Noordzee, aan natuurbehoud en natuurherstel, aan multifunctioneel ruimtegebruik en aan de kritieke situatie in met name de kottervisserij. Met de partiële herziening van het Programma Noordzee 2022-2027 kan, aansluitend aan de op te stellen voedselvisie van de minister van LNV, aan de sector voedsel en visserij meer perspectief worden geboden. In het licht van de voedselvisie van de minister van LNV, zet ik me in voor de voedsel- en visserijtransitie en voor het verruimen van de mogelijkheden van medegebruik in windenergieparken (NZA art. 4.16) voor vormen van visserij en maricultuur.

Balans tussen de verschillende transities

Zoals aangegeven besteedt het NZO ook in deze verslagperiode meer aandacht aan de balans in belangen en samenhang in de uitvoering van de drie noodzakelijke transities. Met de energietransitie en de snelle uitrol van windenergie op zee is het van belang om ook de voedsel- en natuurtransities te versnellen voor de ontwikkeling van een gezonde Noordzee.

Energie

In deze verslagperiode is een onderzoek van start gegaan naar de toepassing van de best beschikbare technieken (BBT: NZA o.a. art. 5.2, 5.6 en Bijlage 5) bij de aanleg van installaties voor energie-infrastructuur op zee. Het onderzoek heeft tot doel een kader op te stellen voor het beoordelen van technieken voor het verminderen van ecologische effecten of versterken van natuur ontwikkeling door energieactiviteiten op de Noordzee. Het advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos zal dit onderzoek in het voorjaar van 2024 afronden.

In juli heb ik het jaarrapport van Nexstep in ontvangst mogen nemen. Nexstep is het Nationaal Platform voor Re-use en Decommissioning van olie- en gasinfrastructuur. Er is een grote opgave voor het ontmantelen en verwijderen van bestaande installaties (totaal 80) en objecten op zee. Voor al die activiteiten geldt, dat ze in balans moeten zijn met andere gebruikers en de ecologische draagkracht van de Noordzee, zoals in het Noordzeeakkoord afgesproken.

Voor de zomer zijn de concept eindresultaten besproken van het onderzoek naar het verminderen van het geluidsniveau bij seismisch onderzoek, gekoppeld aan de opsporing en winning van koolwaterstoffen (art. 5.15 en bijlage 5 NZA). Momenteel wordt dit onderzoek afgerond en vindt een onafhankelijke review plaats door TNO. Het NZO is in gesprek over een vervolg, waarin de impact van seismisch onderzoek op zeezoogdieren wordt onderzocht.

Dit voorjaar publiceerde de Europese Commissie (EC) een wetsvoorstel over de ontwikkeling van net-zerotechnologie als onderdeel van de Green Deal; de Net-Zero Industry Act. Het wetsvoorstel, met name het onderdeel over CCS, heeft mogelijk grote gevolgen voor de mijnbouwsector. In het NZO zijn de zorgen van de stakeholders over de aangekondigde doelstellingen van de EC voor CCS besproken. Stakeholders wijzen o.a. op de uitdaging om die doelstellingen voor CCS te combineren met de opgave voor windenergie op zee en op de potentiële ecologische impact ervan.

Daarnaast zijn de ontwikkelingen en de voortgang van geplande CCS-projecten in het NZO besproken. Het gaat dan om de projecten Aramis, Porthos en Noordkaap. Ook wordt het NZO regelmatig geïnformeerd als er sprake is van nieuwe initiatieven of vergunningen voor mijnbouwactiviteiten op zee (art. 5.11). In deze verslagperiode heeft Kistos een toelichting gegeven over de geplande activiteiten die verband houden met de opsporingsvergunning koolwaterstoffen M10a/M11.

Natuur

Met de implementatie van het NZA werkt het NZO aan een gezonde Noordzee. Vanuit de situatie waarin de Noordzee zich momenteel bevindt, ligt een gezonde Noordzee nog ver voor ons. Bij de natuurtransitie staat de draagkracht van het ecosysteem centraal. Het NZO zet daarom in op natuurbescherming, natuurherstel en kansen voor natuurontwikkeling. In het NZA is een uitbreiding van gebieden die gevrijwaard zijn van bodemberoerende visserij vastgelegd. Te beschermen gebieden zijn daartoe in het NZA artikel 4.40 aangegeven.

Het Nederlandse deel van de Noordzee bestaat inmiddels voor 6,7% uit gebieden die gevrijwaard zijn van bodemberoerende visserij, waarvan 5% in maart 2023 is toegevoegd. In het NZA (art. 4.49) is verder neergelegd dat maatregelen die leiden tot een percentage van boven de 10% van kracht worden nadat de middelen uit het ‘transitiefonds’ voor de uitvoering van de Kottervisie inclusief garnalenvisserij daadwerkelijk beschikbaar zijn gesteld. Met het NZA (artikel 4.38) werken we aan 15% gebied dat gevrijwaard is van bodemberoerende visserij in 2030. Voor het invullen van gebieden voor de tranche van 13,7% - 15%, is in het NZO een tijdpad vastgesteld. Inmiddels is gestart met een inventarisatie van gebieden die voor deze tranche in aanmerking komen.

De Europese en mondiale ambitie in het kader van de biodiversiteitsstrategie om te werken aan 30% beschermde gebieden is een van de onderwerpen die voor het NZO relevant zijn voor de mogelijke aanvullingen op het NZA, zoals eerder bij de alinea Evaluatie Noordzeeakkoord is aangegeven.

Voedsel en visserij

De voedseltransitie vraagt veel inzet en met reden. De visserij zit in het nauw. De sanering van de kottervloot met 54 schepen deze zomer geeft aan hoe groot de druk op de sector is. De visserijgemeenschappen worden dan ook diep geraakt. Het NZO werkt voortvarend aan de voedseltransitie zoals verwoord in het NZA hoofdstuk 6. Innovatie en verduurzaming van de vloot enerzijds en ruimte op de Noordzee anderzijds om het vak in praktijk te brengen zijn essentieel om aan deze sector perspectief te bieden. Voor het NZO is het dan ook belangrijk om optimaal gebruik te maken van ruimte en invulling te geven aan bepalingen voor medegebruik in windparken en multifunctioneel ruimtegebruik op de Noordzee (NZA hoofdstuk 4).

Het MONS-programma en de Wetenschappelijke Klankbord Commissie

Het uitvoeringsbureau MONS (UB MONS) werkt aan de uitvoering van onderzoeken en de prioritering van onderzoeken, zoals opgenomen in het MONS programma dat is opgesteld op basis van NZA Bijlage 2. Daarmee geeft het NZO invulling aan meerdere afspraken uit het NZA hoofdstuk 7 over het opzetten van een integraal en systematische monitorings- en onderzoeksagenda. UB MONS stemt nauw af met het Wind op zee ecologisch programma (Wozep) om onderzoek dat in beide programma’s plaatsvindt inhoudelijk te stroomlijnen, in overeenstemming met NZA art. 7.4. In deze verslagperiode is gewerkt aan een verder vervlechting van Wozep met MONS. Overeenkomstig NZA art. 7.9 wordt door het UB MONS de Staat van de Noordzee rapportage opgesteld. De oplevering vindt plaats in Q4. In NZA art. 7.9 is afgesproken dat deze publicatie elke twee jaar openbaar verschijnt. De publicatie van deze eerste versie biedt de mogelijkheid om de meest recente inzichten over het mariene milieu vanuit OSPAR in het rapport te verwerken.

De Wetenschappelijke Klankbordcommissie is op volle sterkte en ondersteunt met gevraagd en ongevraagd advies het NZO (OFL Advies afspraken governance NZO art. 2.11). De wetenschappelijke klankbordcommissie heeft in deze verslagperiode notities over de ruimtelijke ordening en natuur op de Noordzee en over de aanvullende 1,3% te beschermen gebieden opgesteld.

Slotformule

Gezien de noodzaak om aan de balans in de belangen en de samenhang van de transities te blijven werken, is de verdere uitvoering van het NZA van groot belang, juist als basis voor de versnelling in de energietransitie en de verdere uitrol van het Nationale Plan Energiesysteem. Om toegerust te blijven op de ondersteuning van de transities op de Noordzee wordt, voortbouwend op de evaluatie na drie jaar, een aanvulling op het NZA overwogen.

Afbeeldingen

Bekijk ook

Cookie-instellingen