Veelgestelde vragen


Hieronder vindt u een aantal veelgestelde vragen over het Noordzeeoverleg. Heeft u een andere vraag, neem dan contact op via het contactformulier.

In het Noordzeeakkoord hebben natuurorganisaties, de maritieme sector, de visserij- en de energiesector, en Rijksoverheid afspraken gemaakt over de toekomst van de Noordzee. In 2019 heeft het Noordzeeoverleg onder voorzitterschap van onafhankelijk voorzitter Jacques Wallage gezamenlijk de feiten verkend. Zowel de vertegenwoordigende departementen als de stakeholders hebben daar actief aan bijgedragen. Daarbij bleken niet alleen fundamentele verschillen in opvattingen en belangen, maar er ontstond ook begrip voor elkaars standpunten. Geleidelijk groeide een gezamenlijke visie en het besef dat partijen elkaar kunnen versterken. Begin februari 2020 hebben de partijen overeenstemming bereikt over een Onderhandelaarsakkoord. In juni 2020 is het Noordzeeakkoord vastgesteld. In 2021 kreeg het akkoord groen licht heeft van de Kamer. Onder leiding van onafhankelijk voorzitter Sybilla Dekker en gefaciliteerd door het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving werkt het Noordzeeoverleg aan de uitvoering van het akkoord. Meer informatie over de totstandkoming leest u hier.

Duurzame energiewinning, voedselvoorziening (waaronder visserij) en natuurbescherming en -herstel vragen ruimte op de Noordzee. Ook voor veilige scheepvaart is ruimte nodig. Als gevolg van het Klimaatakkoord van Parijs en het nationale klimaatakkoord neemt het aantal windparken op zee sterk toe. Dat kan ten koste gaan van de ruimte voor voedselvoorziening/visserij en natuurbescherming en -herstel. Soms kan het samengaan en kunnen de opgaven elkaar versterken, maar veelal lijken keuzes noodzakelijk. Talloze organisaties in de samenleving voelen zich intensief betrokken bij de zee. Deze stakeholders hebben de Rijksoverheid verzocht gezamenlijk een Noordzeeakkoord te sluiten. De minister van Infrastructuur en Waterstaat draagt coördinerende verantwoordelijkheid voor de Noordzee en heeft het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving gevraagd een Noordzeeoverleg in werking te stellen. Het doel was tot een Noordzeeakkoord te komen.

De partijen die aan tafel zaten om het Noordzeeakkoord tot stand te brengen, zijn:

  • Greenpeace
  • Tennet
  • Nederlandse Wind Energie Associatie
  • Visned
  • Nederlandse Vissersbond
  • Havenbedrijf Rotterdam voor de Branche Organisatie van Zeehavens
  • Energie Beheer Nederland
  • Wereld Natuurfonds
  • Vogelbescherming Nederland
  • NOGEPA
  • Natuur en Milieu
  • Stichting De Noordzee
  • Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat
  • Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
  • Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Deelnemers van het Noordzeeoverleg zijn:

  • Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat
  • Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
  • Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
  • De energiesector
  • Natuurorganisaties
  • De maritieme sector
  • De voedsel- en visserijsector

Bekijk hier het volledige overzicht.

Het Noordzeeakkoord legt de uitgangspunten voor het Noordzeebeleid vast voor de komende tien jaar, dus tot 2030.

Eens in de vijf weken komt het Noordzeeoverleg bij elkaar. De samenvattende verslagen van deze bijeenkomsten vindt u hier. Om deze bijeenkomsten voor te bereiden vinden er tussentijds verschillende werkgroepvergaderingen plaats. Een week voorafgaand aan het Noordzeeoverleg vindt vooroverleg plaats in een agendacommissie die bestaat uit een vertegenwoordiger per sector. Meer informatie over de werkwijze van het Noordzeeoverleg vindt u hier.

  • Beschermde gebieden, uitwerking visserijmaatregelen
  • Doggersbank (inactief)
  • Energie & Infrastructuur
  • Gebiedspaspoorten
  • Voedseltransitie

In de werkwijze van het Noordzeeoverleg spreken we van de ‘tweede ring’. De tweede ring bestaat uit organisaties die niet direct deelnemen maar ook belang hebben bij de uitkomsten van het Noordzeeoverleg. De Noordzeeoverleg-leden staan in contact met organisaties uit de tweede ring en vertegenwoordigen deze in het Noordzeeoverleg. Deze organisaties kunnen wel meedoen aan werkgroepvergaderingen. Lees meer over de deelnemers van het Noordzeeoverleg.

De Wetenschappelijke Klankbord Commissie (WKC) voorziet het Noordzeeoverleg van wetenschappelijke inzichten. De commissie kan zowel gevraagd als ongevraagd advies geven. Deze commissie is onafhankelijk en staat los van het langlopende MONS programma. In het MONS programma staat onderzoek naar de ecologische draagkracht van de Noordzee centraal. Lees hier over de samenstelling van de WKC.

De voorzitter van het Noordzeeoverleg is onafhankelijk. Haar taak is het voorzitten en begeleiden van het op consensus gerichte overleg ten behoeve van de uitvoering van het Noordzeeakkoord. De voorzitter leidt de gesprekken tussen de leden van het Noordzeeoverleg in goede banen en rapporteert over de samenwerking, voortgang en resultaten van het Noordzeeoverleg aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Het secretariaat van het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving ondersteunt de onafhankelijke voorzitter.

De afspraken uit het Noordzeeakkoord vormen de basis voor het ruimtelijke Noordzeebeleid van het Rijk. Het Noordzeeoverleg heeft daartoe een structurele inbedding gekregen in het proces van beleidsvorming. De wettelijke status van het Noordzeeoverleg is vastgelegd in een ministerieel besluit. Meer informatie over beleidsprogramma's die direct verband hebben met het Noordzeeakkoord vindt u bij aanverwante beleidsprogramma's.

Het programma Monitoring Onderzoek Natuurversterking Soortbescherming (MONS) heeft als doel de centrale vraag te beantwoorden of en hoe het veranderende gebruik van de Noordzee past binnen de ecologische draagkracht van de Noordzee. In dit 10 jaar lopende onderzoeksprogramma worden diverse Noordzee-onderwerpen onderzocht, met name gericht op ecologie. Het gehele MONS-programma is hier te vinden.

Cookie-instellingen